Grote engelwortel: tussen hemel, aarde en geschiedenis

Het was de eerste week van januari, hartje winter. Het feestgedruis van kerst en oudjaarsavond was alweer naar de achtergrond verdwenen. Omdat die eerste maanden van het jaar voor mij vaak wat traag en treurig voelen, besloot ik er even tussenuit te gaan. Een citytrip naar Londen, om nog net dat laatste vleugje kerstsfeer op te snuiven voordat het weer een jaar gedaan was met de pret.
Normaal gesproken ben ik net een reisorganisator. Alles is geregeld voordat ik vertrek: van restaurants tot must-see’s. Persoonlijk geeft mij dat rust, maar het haalt ook wel de spontaniteit eraf. En dus besloot ik deze citytrip eens niks van te voren vast te leggen.
Nou, dat heb ik geweten. Probeer maar eens zonder reservering in de kerstvakantie de Harry Potter Studio Tour te doen. Niet dus. Het British Museum? Ook al vol. And the award for “Best Mom” goes to… 😉 Enfin, kinderen moeten ook leren omgaan met teleurstellingen natuurlijk.
Gelukkig heb ik de positiviteit van een kolibrie, en mijn tienerzoon vindt alles tegenwoordig “prima”. In mijn zoektocht naar een alternatief stuitte ik op de Tower of London. Eeuwenoude muren, koninklijke drama’s, martelingen en een vleugje mysterie… dat klikt als een toffe plek voor het hele gezin!
Dus, The Tower of London it was!
Daar aangekomen was er ontzettend veel te beleven en te ontdekken. Ik verdwaalde wat in de verschillende delen van het kasteel en belandde bij een kleine medicinale kruidentuin.
In januari groeide er nauwelijks iets, maar tussen de verhoogde bakken viel mijn oog op één bordje: Angelica, stond er op. Met daaronder een citaat uit John Gerard’s Herball (1597):
“A remedy against poison and against the plague … cures the bitings of mad dogs and all other venimous beasts.”
De tekst maakte me meteen nieuwsgierig. Hmm…Wie ís Angelica en waar komt in ‘hemelsnaam’ die naam vandaan?
In dit blog neem ik je mee in de Europese geschiedenis van Grote engelwortel. Haar bijna mythische status in de middeleeuwen én wat je moet weten als je haar zelf wilt oogsten of verwerken.
☞ Nieuwsgierig naar haar moderne toepassingen in Europa, inhoudsstoffen en mijn persoonlijke ervaring?
Die lees je in het tweede deel. ✨


Een plant met vleugels: oorsprong en geschiedenis
Angelica archangelica is niet zomaar een plant. Eeuwenlang zagen mensen haar als bondgenoot, beschermer en een soort botanische poortwachter tussen hemel en aarde. Geen wonder dat ze een bijna mythische status kreeg in de Europese kruidengeneeskunde.
Maar hoe komt een plant aan zo’n hemelse naam? Daarvoor reizen we terug naar een tijd waarin Europa werd overschaduwd door angst en onzekerheid; de veertiende eeuw, het tijdperk van de eerste pestepidemie.
De pest: een donkere schaduw over Europa
De pest was een van de meest verwoestende epidemieën die ons continent ooit kende. Het werd veroorzaakt door de bacterie Yersinia pestis, die meeliftte op vlooien, die op hun beurt weer meeliftten op ratten — en zo via schepen uit Azië in Europa belandde.
In 1347 brak de eerste grote golf uit. Deze periode staat bekend als de Zwarte Dood. Vier jaar lang trok de ziekte als een donkere schaduw over steden en dorpen. En ze liet diepe littekens achter: telkens in golven, soms met tussenpozen van tien tot twintig jaar, eiste ze in totaal 25 tot 50 miljoen levens. Dat was bijna één derde van de Europese bevolking. 🖤
In die tijd snakten mensen naar houvast: lichamelijk, emotioneel én spiritueel.
Een engelachtige naam
Volgens oude overleveringen verscheen een aartsengel — Michaël, Gabriël of Raphaël, de bronnen verschillen daarover — in de droom van een monnik. De boodschap was helder: er bestond een plant die mensen zou beschermen tegen de pest.
Mensen zagen de plant daardoor als een heilige helper: een medicijn en een teken van hoop. Ze noemden haar Angelica archangelica:
💬 “Angelica” komt van het Latijnse angelicus, wat “van de engel” of “engelachtig” betekent.
💬 “Archangelica” verwijst naar een aartsengel (Grieks: archangelos, waarbij arch- “opper-” betekent en angelos “boodschapper” of “engel”).
Samen betekent het dus zoiets als: “Engelachtige plant die verbonden is met een aartsengel.” 🌱

Een brug tussen hemel en aarde
Een plant vernoemen naar een hemels wezen zegt veel over de rol die men haar toedichtte. Haar bloei viel bovendien rond de feestdag van aartsengel Michaël (8 mei), wat dat engelachtige randje alleen maar versterkte.
Wie het visioen precies kreeg en welke engel verscheen, blijft in nevelen gehuld. Maar één ding is duidelijk: Angelica werd gezien als een brug tussen hemel en aarde. Een plantaardige poortwachter in een tijd waarin mensen snakten naar bescherming, hoop en genezing.
Kloostertuinen, likeuren en Laplandse winters
Al snel kreeg Angelica een vaste plek in kloostertuinen van benedictijnen en cisterciënzers. Daar werd ze ingezet als versterkend tonicum, vooral bij algemene zwakte en spijsverteringsproblemen.
Verder naar het noorden, in Lapland en IJsland, gebruikten mensen haar als een natuurlijk medicijn tegen kou en uitputting. En in Duitsland belandde ze in kruidenlikeuren, waaronder, naar verluidt, het geheime recept van Chartreuse. Prima toeven voor een engel, toch? 😉
Bescherming tegen demonen (en ander onheil)
Maar haar kracht ging verder dan het lichamelijke. In sommige streken droegen mensen kransen van engelwortelbladeren om hun hals, als talisman tegen ziekte, ongeluk en “duistere invloeden”, zoals hekserij (Griggs, 1981). Alleen al haar geur zou demonen op afstand houden.
In een tijd waarin religie, magie en geneeskunde nog erg door elkaar liepen, gaf dat een gevoel van veiligheid en controle. Een beetje alsof je een beschermengel in kruidvorm bij je droeg.
Ik kan geen heks zijn, want ik heb een engel in m’n tuin.
“Ik ben geen heks, ik heb een engel in m’n tuin!”
Wat minder bekend, maar voor mij enorm fascinerend, is dat Grote engelwortel in sommige streken ook een sociale beschermingsfunctie had. Tijdens de heksenvervolgingen (15e–17e eeuw) werden vrouwen met kruidenkennis vaak met argusogen bekeken, of erger: ze eindigden op de brandstapel.
Afgelopen zomer bezocht ik de theatervoorstelling ‘De heks van Almen”. Wauw. Een indrukwekkend stuk, goed onderbouwd en intens gespeeld. Het vertelde het verhaal van Aleyda uit Almen, de eerste vrouw in Nederland die in 1472 werd veroordeeld voor hekserij en levend verbrand werd op het kerkplein. Pijnlijk, verdrietig en confronterend. Mocht je de kans krijgen: absoluut een aanrader.
In een wetenschappelijk onderzoek las ik dat engelwortel bij je huis fungeerde als een subtiel statement: “ik sta aan de kant van het licht.” (Storl, 2012). Wie deze plant in de tuin had, liet zien verbonden te zijn met God. In een tijd waarin de katholieke kerk diep doordrong in het dagelijks leven, bood juist de uitgesproken christelijke naam van dit kruid een soort sociale bescherming. Hekserij (of alles wat als ‘duivels’ werd bestempeld) zou er geen grip op hebben.
Of het werkte? Misschien niet altijd. Maar het idee dat een plant niet alleen je gezondheid, maar zelfs je leven kon beschermen, maakt haar voor mij tot een fascinerende , krachtige aanwezigheid in de geschiedenis.
Terwijl ik dit typ, verspringt de klok trouwens naar 13:13 uur. Een engelengetal. Toeval of niet… 😉


Uiterlijk en habitat
Juist die gelaagdheid maakt Grote engelwortel zo bijzonder. Ze is een symbool van hoop, bescherming en verbondenheid tussen aarde en hemel. In een wereld die vaak donker en onvoorspelbaar was, stond zij letterlijk én figuurlijk als een lichtende verschijning in de tuin.
Robuust én engelachtig
Grote engelwortel is geen muurbloempje. Ze torent statig boven haar kruidenburen uit, soms wel twee meter hoog. In de zomer bloeit ze met indrukwekkende, bolronde schermen. Heel anders dan de plattere vormen van de meeste andere schermbloemigen.
Het doet me denken aan de halo boven het hoofd van een heilige. Of, minder verheven maar minstens zo treffend: aan een paardenbloem in het pluis. Alleen dan in XXL-formaat. 😁
De kleine, witgroene bloempjes zijn een feestje voor insecten. Bijen, kevers, zweefvliegen en solitaire wespen weten haar moeiteloos te vinden. Waar Angelica verschijnt, bruist het van leven. Een echte magneet voor bestuivers en biodiversiteit.
Ze voelt zich het meest thuis op koele, vochtige plekken: langs rivieren, in natte graslanden of hoog op bergweiden. In de kruidentuin groeit ze graag op een beschut plekje, in voedzame en vochtige grond.
Grote engelwortel is een magneet voor bestuivers. Een feestje voor de biodiversiteit!
Familie van de schermbloemen
Angelica hoort bij de schermbloemenfamilie, net als bijvoorbeeld venkel, dille, pastinaak en… de beruchte reuzenberenklauw. En daar gaat het bij menig wandelaar wel eens mis.
Want ja, op het eerste gezicht lijken ze best op elkaar: groot, witbloeiend en imposant. Geen wonder dat er verwarring ontstaat. Maar met een paar simpele tips kun je ze voortaan makkelijker uit elkaar houden.
Maar met onderstaande tips kun je ze voortaan gemakkelijker van elkaar onderscheiden.
Het verschil tussen Grote engelwortel en Reuzenberenklauw
- Om te beginnen: de bloemvorm. Reuzenberenklauw bloeit met platte, parapluvormige schermen. Engelwortel schittert juist met haar kenmerkende bolronde bloemschermen.
- De stengel is een tweede aanwijzing. Bij engelwortel is de stengel glad, hol, stevig en vaak voorzien van een roodpaarse gloed. Soms een paar haartjes onder de bladoksels, maar verder vrij aaibaar. Berenklauw daarentegen heeft een dikke, gevlekte stengel vol borstelige haren.
- Ook de geur verklapt veel: engelwortel ruikt warm, kruidig, een tikkeltje anijsachtig. Berenklauw? Bitter en scherp, alsof hij je nadrukkelijk waarschuwt: blijf uit mijn buurt.


Contact met grote engelwortel: mooi, maar met beleid
Toch is ook engelwortel geen kruid om zomaar achteloos vast te pakken. In haar verse sap zitten namelijk furocoumarines – stoffen die in combinatie met zonlicht (UV-A) een fototoxische reactie op de huid kunnen veroorzaken. Dat kan zich uiten in jeuk, roodheid, zwelling, blaren of later zelfs pigmentvlekken. Deze reactie staat bekend als fytophotodermatitis en komt vaak pas uren later opzetten, wat het extra verraderlijk maakt.
Het goede nieuws is, dat de concentratie furocoumarines in Grote engelwortel veel lager is dan bij reuzenberenklauw. Bovendien reageert lang niet iedereen erop. Maar wie gevoelig is, doet er goed aan voorzichtig te zijn. Herhaalde blootstelling kan je huid kwetsbaarder maken. En let op: UV-A-licht gaat dwars door kleding en vensterglas heen. Dus zelfs op een grijze dag of vanuit je serre kun je alsnog een reactie oplopen.
Kortom:
Grootste risico: vers sap + de wortel + zonlicht + blote huid.
Kleinste risico: gedroogde plantdelen, waarbij de furocoumarines grotendeels inactief zijn.
Fytophotodermatitis en komt vaak pas uren later opzetten, wat het extra verraderlijk maakt.
Hoe deden ze dat vroeger dan?
Het roept een intrigerende vraag op: als contact met het sap zulke reacties kán geven, hoe gingen mensen daar vroeger mee om? Misschien leerden ze het door ervaring. Of via verhalen die van generatie op generatie werden doorgegeven.
Maar ik kan het niet laten om daar even verder over te mijmeren…
Een teken van de duivel?
Wat wij nu kennen als fytophotodermatitis had in de middeleeuwen natuurlijk nog geen naam of wetenschappelijke verklaring. Stel je voor: je krijgt blaren of brandplekken na aanraking met een plant die bekendstaat als heilig en engelachtig. Hoe zou dat zijn uitgelegd?
Misschien wel als een teken van de duivel. Of als een hemelse waarschuwing: “Blijf uit mijn licht, jij duivels wezen!”
In dat licht (pun intended 😉) is het niet ondenkbaar dat sommige vrouwen juist bewust afstand hielden van de engelwortel. Uit zelfbescherming. Niet alleen om hun huid te sparen, maar ook om maatschappelijke verdenking te vermijden. Want als een heilige plant je verwondde, kon dat zomaar in je nadeel worden uitgelegd.
Dit is geen historisch feit, maar mijn eigen fantasie die met me op de loop gaat. Toch vind ik het een intrigerende gedachte… I can’t help but wonder.

Conclusie
Wat ik hoop, is dat je vanaf nu met andere ogen naar deze bijzondere plant kijkt. Grote engelwortel is niet zomaar een kruid: ze draagt eeuwenoude verhalen van hoop en bescherming, balancerend tussen licht en schaduw, hemel en aarde.
Voor mij is ze inmiddels meer dan studieobject of tuingast. In het eerste jaar van mijn herboristenopleiding koos ik haar als mijn jaarkruid, en sindsdien heeft ze me op liefdevolle wijze ondersteund in mijn gezondheid. Daarover vertel ik je in een volgend blog graag meer. 🌿
Misschien geef jij haar ooit ook een plekje in je tuin. Ik heb haar sinds een paar maanden — nog als jonge spruit — in de aarde gezet, en met veel geduld zie ik haar langzaam groeien. Grote engelwortel is een twee- tot vierjarige plant die zich stap voor stap ontwikkelt in de volgende cyclus:

Tips voor veilig contact met grote engelwortel
Laat je niet afschrikken door haar pittige kant. Angelica archangelica is een prachtige, krachtige plant met een eeuwenlange geschiedenis als bondgenoot van de mens. But better safe than sorry, right?
Wil je haar zelf oogsten of verwerken, houd dan deze tips in gedachten:
- Oogst bij voorkeur vroeg in de ochtend, liefst op een bewolkte dag.
- Draag handschoenen en bedek je huid.
- Komt er toch sap op je huid? Was het meteen grondig af.
Zo blijft jullie ontmoeting prettig, zonder ongewenste verrassingen. Eén ding is zeker: Grote engelwortel mag dan eeuwenoud zijn, ze is allesbehalve verleden tijd. 🌱✨
In haar wortels leeft eeuwenoude kennis, in haar geur de belofte van bescherming.
Voordat ik afsluit, wil ik een aantal fantastische bronnen in de schijnwerper zetten. Zonder hen had ik niet zoveel interessante feitjes en weetjes over de Grote engelwortel kunnen delen. Klik hier!
- Gerard, J. (2020). Gerard’s Herball: The generall historie of plantes (Facsimile ed.). Read Books.
- Grieve, M. (1931). A Modern Herbal. London: Jonathan Cape. (Herdruk: Dover Publications, 1971).
- Griggs, B. (1981). Green Pharmacy: A History of Herbal Medicine. London: Healing Arts Press.
- Kaur, G., & Arora, S. (2011). Angelica archangelica Linn.: Is an angel on earth for the treatment of diseases. International Journal of Nutrition, Pharmacology, Neurological Diseases, 1(1), 36–43.
- Kelly, J. (2005). The Great Mortality: An Intimate History of the Black Death, the Most Devastating Plague of All Time. HarperCollins.
- Storl, W. D. (2012). The Herbal Lore of Wise Women and Wortcunners: The Healing Power of Medicinal Plants. North Atlantic Books.